DAG 11: De opperbazen van de Claes de Vrieselaan 

9 minuten leestijd

KEipQ3yMDxolwujqPKU7OeD8l3qj4PmmsXI8ZBg8oFk,HvDSmXWB9DPZZK_VTchXIxksBU6GfelHyU4Psp3oVgQ

Het is een beetje druilerig en donker als ik Middelland in loop. Ik heb geen plan. Misschien moet ik eens de ’s-Gravendijkwal gaan verkennen of kijken of mijn oude Dizzy-makker Gerard Meuldijk toevallig bij café Hensepeter zit. Ik sla rechts de hoek om bij de Claes de Vrieselaan. Het stukje tussen de Mathenesserlaan en de Nieuwe Binnenweg intrigeert me. Ik zie links een coffeeshop en rechts een paar café’s waar bijna altijd mensen voor de ingang samenklonteren. Bij galerie ‘Opperclaes’ brandt licht. Binnen zijn aan beide muren rijen vlaggen ontstaan. Een mooi gezicht. Ik tik tegen het raam en wordt binnengelaten door de galeriehouders Linda en Bruce.

Waar liggen jullie roots?
Linda: ”Hij komt oorspronkelijk uit Suriname en ik uit Noord-Limburg.”

Zijn jullie een stel?
”Ja.”

Kan ik jullie een ‘mixed koppel’ noemen?
“Nou ja, ik ben Limburgs, dat is natuurlijk ook best wel tropisch.”

Dat is ook import
“Ja, een beetje wel.”

Ik leg uit dat ik met mijn neus in de boter val, omdat ik (zie dag 10) op zoek ben naar ‘mixed koppels’ en voorbeelden van binnen- en buitenlandse import. In het geval van Bruce en Linda kun je spreken van twee vliegen in één klap.

Wat spoken jullie hier uit?
“Officieel is Opperclaes een galerie, maar we doen ook steeds meer projecten buiten, waardoor hier niet op regelmatige basis exposities zijn. We zijn maar met zijn tweeën. Opperclaes is de opperbaas van de Claes de Vrieselaan. En het klinkt ook een beetje als ‘upperclass’ en dat is dan weer een heel leuk grapje.”

Waarom hangen al die vlaggen hier?
“Dit is een overblijfsel van een project van ‘de wereld van Witte de With’ en daar hebben we als aankleding van het festival vlaggen voor gemaakt en omdat we morgen hier een fotoshoot met een magazine hebben, dachten we: we hebben die vlaggen hier nu toch staan, we hangen ze maar op. Het ziet er leuk uit.”

Jullie wonen in Middelland?
“Ja, we wonen hiernaast. Ik houd heel erg van deze buurt. Eerst woonde ik een paar jaar op het Heemraadsplein. Toen we net gingen samenwonen hebben we in Blijdorp gewoond en toen wisten we dat we daar absoluut niet gelukkig gingen worden. Het was niet Rotterdam. Toen besloten we om terug te keren naar deze plek.”

Waar verdienen jullie de kost mee?
Linda lacht.

Of moet ik bijspringen?
“Dit is een betaald interview, toch? We doen van alles en nog wat. Bruce is kunstenaar en hij schildert teksten op winkelramen. Ik werk ook twee dagen in de week bij een architectenbureau in het central district. Voor onze projecten ontvangen we subsidie.”

Ik probeer te onderzoeken hoe we in Middelland het beste met elkaar kunnen omgaan. Misschien gaat het integratieproces min of meer vanzelf. Met jullie als een geruisloos voorbeeld.
Bruce: “Ja, dat denk ik wel. Als je kijkt naar de mensen waarmee wij omgaan: mensen van allerlei afkomsten en lagen van de bevolking en dat komt niet omdat je dat uitzoekt, dat is gewoon zo.”
Linda: “Dat is ook Rotterdams.”

Maar ik zie in deze buurt ook veel voorbeelden van segregatie: clubhuizen waar alleen Marokkanen komen, cafés waar vooral Turken zitten, bewonersclubs van overwegend witte mensen.
Bruce: “Het hangt er ook vanaf wat je aanbiedt. De standaard Nederlander zal niet naar een theehuis gaan, omdat ze dat niet kennen. En het is natuurlijk ook vaak zo dat blanke Middellanders in zo’n situatie (die door de Alliantie is ontstaan) sneller plannen gaan schrijven om geld bij elkaar te schrapen, en zij verzinnen waarschijnlijk iets waarbij ze hun eigen doelgroep verrijken.”

Of neem Singeldingen op de Heemraadssingel. Dat is een goede, overwegend witte activiteit en pal daarnaast is een speeltuin waar vooral niet-blanke mensen gebruik van maken.
Linda: “Ze doen eigenlijk ongeveer het zelfde, maar niet samen? Dat is ergens wel zonde.”

Jammer ja. Waarom niet samen?
Linda: “Ja, dat snap ik ook niet.”
Bruce: “Ik ga daar wel eens skateboarden en dan zie je daar heel vaak groepjes buitenlandse jongeren bij elkaar en groepjes Nederlanders. Die buitenlanders spelen wel samen met verschillende nationaliteiten, maar de Nederlandse kinderen blijven bij elkaar. Heel raar eigenlijk. Ze zitten waarschijnlijk ook niet op de zelfde school.”

De galeriehouders vertellen aan het eind van het gesprek dat hun exposities vooral door mensen buiten de buurt worden bezocht, hoewel ze wel in de buurt flyeren. Maar veel mensen vinden het eng, zegt Bruce.

Mysterieus café
Reataurant Aïna, Arabisch voor ‘spiegel’, ligt tegenover de galerie. Je moet aanbellen en dan de trap op. De eetruimte is leeg. Beneden blijkt een café te zijn. Dat is te zien op een van de monitoren in de keuken. Ik wil er graag wat drinken, maar de man in de keuken zegt: “Ik weet niet of de eigenaar, die nu afwezig is, dat fijn vindt.” Terug op straat zie ik dat de ramen van de benedenverdieping aan de voorkant geblindeerd zijn. Nooit geweten dat daar een café was. ZNR2F2ZjNxX49GgVl5-MZJ7r_atkmVEkWp2QG7BwiQU,3jXKeMRV8GeOBDfg2hrLiT5oYicsnqcj-CC3ock3K34

Tevreden Peter
Peter de Vries werkt al jaren in de zorg. Hij woont schuin boven café Asia, voorbij de hoek van de Nieuwe Binnenweg en Claes de Vrieselaan. Soms bezoekt hij het café. “Een goede buur is beter dan een verre vriend, denk ik altijd maar”.
Heeft hij het in Middelland naar zijn zin? “Ja, ik kom uit Zuidwijk, maar daar ga ik nooit meer naar terug. Dit is een rustige wijk. In de zomer maak ik ’s avonds altijd een flinke wandeling, naar Delfshaven. Ik eet een ijsje, maar ik merk nooit wat van overlast. Mijn kinderen zijn de deur uit dus ik heb het rijk voor me alleen, en ik denk nu na waar ik de rest van mijn leven wil gaan wonen en dan is deze wijk prima. In Rotterdam gebeurt niet zo veel. Het is een rustige stad.”
Hoe kijkt hij aan tegen het integratieproces? “Het mixt niet, geloof ik. Het zou meer moeten, maar je kan de mensen niet dwingen. Maar ik ben natuurlijk ook een kind van mijn tijd. De toekomst zal leren of nieuwe generaties meer gaan mixen. Die mannen die hier in het café zitten zijn van de eerste en tweede generatie, maar die meiden achter de kassa van Albert Heijn, hier on de hoek, van de derde en de vierde generatie, dat is al veel Nederlandser, om het zo maar te zeggen.”
Op de weg naar huis ontmoet ik de energiekste Middellander Marieke en Michal. Ze staan met hun fiets in de hand nog even met elkaar na te praten. Ik vraag Michal of ze weet van de concurrentie tussen de Volmarijnstraat-Oost en -West en wil weten waar zij woont. “Ik woon per definitie in het goeie deel, voel me Middellander en werk bij een ministerie in Den Haag.”

Je bent toch, hoop ik, geen bakfietsmoeder?
“Zie jij een bakfiets dan?”

“Nee, maar wel een stevige fiets met maar liefst twee zitjes. Mag ik je een uitnodiging sturen voor de volgende talkshow van de Middellandman?”
Dat mag.

0 0 stemmen
Artikel waardering
1 Reactie
Nieuwste
Oudste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Han van der Horst

Ben je al bij het wereldhoofdkwartier van de esperantistenbeweging langs geweest? Dat zit tussen de ‘s-Gravendijkwal en de Mathenesserlaan op de Nieuwe Binnenweg. En het is de moeite waard.

Previous Story

DAG 10: Hoe leven we minder langs elkaar heen?

Next Story

DAG 12: Goed gesprek met Gerard Peet