Het woord ‘overlast’ werkt nogal op mijn lachspieren. Ik vind het een ouderwets woord. Moet denken aan PvdA-wethouders die jarenlang capituleerden voor zeurende buurtbewoners. Wat een grote stad bijzonder kan maken wordt vaak dankzij de klagende burger de kop in gedrukt. De horeca wordt opgezadeld met verordeningen en sluitingstijden. De prostitutie-ramen op de Kaap worden gesloten, en de opvang van kwetsbare mensen moet aan banden worden gelegd. Waarom wil iemand wel de lusten van de stad maar niet de lasten? Hoeveel leuker zou Rotterdam kunnen zijn als we de 24-uurs-economie zouden omarmen, de koffieautomaten niet al halverwege de avond gaan schoonmaken, en de zeurkousen naar het platteland verbannen worden?
Tijdens de talloze gesprekken met Middellanders in het kader van mijn buurtonderzoek valt mij op dat de meeste mensen uit zichzelf zeggen het fijn te vinden om hier te wonen en zelfs te sterven. Niemand heeft het over overlast. Dat wordt pas een kwestie als je mensen via enquêtes op het idee gaat brengen om bepaalde problemen te benoemen. Daarmee ontken ik niet dat een kleine groep burgers op sommige plaatsen ergens last van kan hebben en dat het goed is om daar iets tegen te doen, maar ik verkies een bruisende metropool met een beetje overlast boven een stad waar alles als het ware is ‘doodgeregeld’.
Cocreatie in de praktijk
De ‘Werkgroep Overlast’ heeft zijn naam direct veranderd in ‘Werkgroep Leefbaarheid’. Goed idee. Mijn indruk dat het wel losloopt met die overlast wordt bevestigd door de genuanceerde zienswijze van de werkgroep: ‘Bewoners geloven in Middelland maar zien Middelland als kwetsbaar en kansrijk tegelijk.’ Op 5 oktober is er weer een bijeenkomst van de bewoners en de ambtenaren in het kantoor van de stadsmarinier aan de Middellandstraat. De ‘schets van het uitvoeringsprogramma’ wordt opnieuw besproken. Een hoogwaardige ambtelijke notitie die laat zien waar het cocreatie-beleid (een streven tot samenwerking tussen burgers en lokale overheid) van de gemeente Rotterdam in de praktijk op neerkomt. Eerst wordt de zienswijze van de Werkgroep Leefbaarheid weergegeven. In vetgedrukte letters staat er dat bepleit wordt om ‘de bewonersbeleving centraal te stellen. Wat ervaren de bewoners dat de leefbaarheid van hun straat en woonomgeving bedreigt?’ In een speciaal kader mag bewoner Rob Overkamp zijn visie op overlast geven. ‘Het heeft praktische voordelen om het begrip en de categorieën van overlast aan de zintuiglijke ervaring te relateren’, stelt hij. Daarna wordt beschreven hoe het gemeentebestuur tegen Middelland aankijkt en welk traject er eind 2013 voor deze wijk in gang is gezet. Een belangrijke graadmeter voor het beleid is het wijkprofiel. Volgens deze informatiebron scoort Middelland qua veiligheid slecht op het terrein van diefstal, (drugs)overlast en overlast op straat. De veiligheidsindex Middelland 2013 staat op 5,4 ten opzichte van een stedelijk gemiddelde van 7,2 (op een schaal van 10).
Voor Middelland is het volgende leefbaarheidsplan bedacht:
- Aanpak van door de bewoners beleefde bedreigingen voor de leefbaarheid: storende zaken in woonstraten, overlastgevende panden, drugsoverlast, ‘woonoverlast’ en ’jongerenoverlast’;
- Aanpak ondermijning;
- Vermindering van overlast van opvangvoorzieningen ’s-Gravendijkwal;
- Werken aan mooier Middelland is ook een schoon en heel Middelland;
- Het versterken van de buurtkracht en de bewonerskracht en de focus op straat.
Als bewoner en journalist vind ik dit lijstje nog niet goed genoeg. Zelf ervaar ik de hier omschreven overlast, waarvan ook rond mijn huis sprake is, niet als dusdanig hinderlijk dat er zo’n hoge prioriteit aan moet worden toegekend. Ook het ambtelijke jargon spreekt minder tot mijn verbeelding.
Wat wordt bijvoorbeeld bedoeld met ‘aanpak ondermijning’? Bij punt drie zet ik ook een vraagteken. Ik sluit niet dat minder opvangvoorzieningen juist tot meer overlast leiden. Maar wie ben ik? Ik las ooit een stuk in Der Spiegel over een Duitse burgemeester die in zijn gemeente bij wijze van experiment alle verkeersborden liet verwijderen. Het gevolg was dat mensen zelf beter gingen opletten en het aantal overtredingen afnam. Zouden wij ook radicale experimenten in onze wijk aandurven? Wat zou er gebeuren als we een periode bewust niks doen met stadswachten, straatcoaches, wijkteams, buurtvaders, de ‘Zowel-aanpak’ en bewonersondersteuners, maar domweg de bewoners vragen om zich normaal te gedragen en indien nodig hun verantwoordelijkheid te nemen?
Terug naar de vergadering van de werkgroep. Er wordt levendig en goed gediscussieerd. Kwartiermaker Jan Maas (mooiste naam voor een Rotterdammer) leidt het gekrakeel in goede banen. Fijn dat een buurt kan profiteren van de inbreng en know-how van oude rotten als ex-topambtenaar Wim Straasheijm en Jan Maas. Het uitwisselen van ervaringen door bewoners, ambtenaren en stadswachten werkt goed. Terecht benadrukt Maas dat het gaat om de mensen die echt last van overlast hebben. Hij denkt dat zij niet zonder de hulp van een bewonersondersteuner kunnen. Voor het eerst hoor ik over het investeringsspel, waarbij alle bewoners een geldbedrag ontvangen om daarmee zelf in de buurt al of niet iets van de grond te tillen. Aardig idee dat schijnt te werken.
Vergadertaal
Ik geniet van het taalgebruik van de aanwezigen. Ik citeer een aantal zinnen. Soms is het bijna poëzie. Thema: overlast en bureaucratie.
“Ik blijf gewoon staan en ze dimmen.”
“Ik mis ‘wie doet wat en wanneer?’”
“Het is niet allemaal in beton gegoten.”
“Op papier hebben we overal een oplossing voor.”
“Laat het er in. Als het niet werkt, haal je het er gewoon weer uit.”
“Dat het niet doorgaat wil niet zeggen dat je van opvatting moet veranderen.”
“Ik krijg geen beurt, maar ik neem de beurt nu maar.”
“Ze staan naast elkaar, maar de bewonersinbreng is een wormvormig aanhangsel.”
“Zeg vaker: daar zit de pijn. Maak daar een zwarte lijst van.”
“Alles is in naam veranderd, maar niet in problemen.”
“We zien door de bomen het bos niet meer.”
Jan Maas legt aan het eind van de bijeenkomst uit hoe het verder gaat. Op 13 oktober wordt met de burgemeester gesproken. 4 november wordt het plan aan de bewoners gepresenteerd. Daarna wordt het definitieve plan geschreven. Begin december buigt de zogenaamde driehoek van burgemeester, justitie en politie zich op het Stadhuis over de aanbevelingen uit Middelland. Aan het eind van het jaar zal dus blijken wat er van dit geval van cocreatie terecht is gekomen en hoe serieus de bewoners daarbij zijn genomen. Spannend.
Bewoners hebben met hulp van ambtenaren een goed plan gemaakt om Middelland nog mooier te maken. We moeten niet teveel nadruk leggen op overlast. Middelland is daar te mooi voor. Mooi verslag van de Middelland man.