De veranderingen in de wereld van de media zijn nauwelijks bij te benen. Ik ben met name geïnteresseerd in wat ons in de toekomst te wachten staat. Gelukkig worden de grote digitale media steeds kritischer bejegend en worden er steeds meer vraagtekens geplaatst bij hun toekomstplannen.
Toen Facebook vorige week zijn naam veranderde in Meta trapte bijna niemand daar meer in. Het werd opgevat als afleidingsmanoeuvre en de VS is volgens de NRC al dagen in de ban van de Facebook Papers ‘vol onthullingen over de vaak onsmakelijke werkwijze van het bedrijf’.
In het tv-programma Buitenhof had New York Times journaliste Cecilia Kang het ook over Facebook en de macht van Mark Zuckerberg. “Voor Facebook is winst belangrijker dan de gebruikers”, zei ze. “Facebook is een eigen staat geworden, geregeerd door de monarch Zuckerberg, die over de meeste stemhebbende aandelen beschikt. Hij komt makkelijk weg met al zijn ontkenningen.”
Vorige week werd de ‘volgende fase’ van Facebook gelanceerd: de virtuele wereld van de augmented reality, waarbij er als het ware digitaal een extra laag informatie over de werkelijkheid wordt gelegd. Daarnaast vraagt Kang zich af waar het algoritme haar heen zal drijven? Aan het eind van het gesprek constateerde zij enigszins somber dat freedom of reach (bereik) belangrijker schijnt te zijn geworden dan freedom of speech. (vrijheid van meningsuiting)
In het AD waarschuwt Google topman Mo Gawdat voor de gevaren van kunstmatige intelligentie. In zijn nieuwe boek ‘Griezelig Slim’ werpt hij de vraag op: “Wat gaat er gebeuren als onze machines slimmer worden dan wij?” Met aansprekende praktische voorbeelden wijst Mo Gawdat op de risico’s. Kunstmatige intelligentie wordt wereldwijd ook voor oorlogsmachines en identiteitsdiefstal gebruikt. Ook over deep learning (het idee dat een machine zelf iets kan leren) maakt de Egyptische zakenman zich zorgen. “Het gaat nu zo hard dat onze systemen rond 2029 slimmer zijn dan wij. De beste schakers zijn nu al machines.” Daarom pleit Gawdat ervoor om kunstmatige intelligentie alleen voor goede doelen te ontwikkelen. “Dat we samenwerken om machines een goed beeld van de mensheid te geven.” Een misschien wat naïeve, maar welgemeende oproep om het internet positiever te maken.
In de Volkskrant stuitte ik op een herkenbaar zinnetje: ‘Het oorspronkelijke ideaal van een open internet dat mondiaal leidt tot een vrije informatiestroom en dat universele democratische waarden versterkt, is ver weg.’ Die zin bevestigt exact een gevoel dat me al lange tijd bekruipt. Hoe dat komt wordt goed beschreven in het artikel met de titel: ‘Voor vrijheidsgezinde Russen is de knieval van de buitenlandse techbedrijven een deceptie’. Daarin wordt duidelijk dat de ‘Navalny-app’ met een stemadvies van de Russische oppositie onder druk van president Poetin door Apple en Google werd verwijderd. En dat is geen incident.
In tal van landen, Rusland dus, maar ook China en andere dictaturen zwichten de Amerikaanse techbedrijven voor lokale wetten en regels. Dat zijn concessies aan de vrijheidsidealen die kenmerkend waren voor de beginperiode van het internet. Critici vinden dat die bedrijven over dergelijke maatregelen publiekelijk verantwoording zouden moeten afleggen. Daar ben ik het volledig mee eens. Voorts is het hoog tijd voor nieuwe kleine bedrijfjes om de oude vrijheidsidealen weer nieuw leven in te blazen.
Er verschijnen steeds meer boeken over het reilen en zeilen in de digitale wereld. Ik verwees al naar ‘Griezelig slim’ en Dave Eggers kenden we al van ‘The Circle’. Dat gaat over hoe de moderne technologie de samenleving kan veranderen. Maar in zijn nieuwste roman ‘Het Alles’ (The Every) gooit hij er nog een schepje bovenop. Dat verhaal wil ik ook lezen.
Het meest onder de indruk was ik echter van het essay ‘Wij nihilisten’ van Hans Schnitzler in De Groene Amsterdammer. Over dit onderwerp heeft hij een boek geschreven, dat eerder deze week in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam werd gepresenteerd. Mijn aanbeveling is om de opvattingen van Schnitzler tot je te nemen. Begin met het essay. Het wemelt daar van de trefzekere opmerkingen en waarnemingen. Volgens hem betekent het geloof in technologie het einde van de politiek en het eind van onze vrijheid. Als dat waar is, dan is dat een alarmerend iets. Opperste waakzaamheid is in elk geval geboden.