Over sapkanalen en een nieuwe vorm van internet
Nico Haasbroek becommentarieert wekelijks ontwikkelingen in de media.
In deze rubriek streef ik naar afwisseling tussen thematische aandacht voor media-onderwerpen, het oprakelen van herinneringen uit mijn eigen journalistieke verleden en reageren op actualiteiten. Vandaag kies ik voor opvallend medianieuws uit de krant. Zo heeft het Algemeen Dagblad het over juice channels oftewel ‘sapkanalen’. De NRC neemt het begrip metaverse onder de loep. Dat ik dat nog mag meemaken. Fantastisch.
Bij een sapkanaal gaat het volgens het AD (18/9/21) over sappige online roddels. Achterklap over BN’ers die via Instagram en You-Tube verspreid worden, zo lees ik, door vaak jongeren die niks van journalistiek weten of zelfs willen weten. ‘Ze plaatsen nieuwtjes, in veel gevallen sreenshots van tips die ze ontvangen hebben, of foto’s van sociale mediakanalen van anderen.’ Soms ook naaktfoto’s. Het gaat er niet om of de verhalen kloppen, begrijp ik, als je er maar om kan lachen.
Yvonne Coldewijer, die zich Alberta Verlinde noemt, vindt Shownieuws en RTL Boulevard maar zouteloze meuk. Wat vooral lijkt te tellen zijn het aantal volgers, die de rechtvaardiging zouden moeten zijn voor deze nieuwerwetse vorm van roddelarij, grensoverschrijdend gedrag en sensatiezucht.
Ik heb daar helemaal niks mee en ik vraag me wat zou ik doen als ik de vader van Yvonne was? Ik denk dat ik zou zeggen: ”Leuk dat je zo spontaan en energiek online actief bent, maar ik zou het niet erg vinden als je zou proberen om wat minder onbenullig met je capaciteiten om te springen.”
Minstens zo gek, maar totaal anders, is metaverse. De NRC (14/9/21) vraagt zich in een interessant artikel af of het einde van het schermtijdperk nabij is en verheldert dit nieuwe fenomeen: ’Het idee is dat mensen in de toekomst niet meer via platte schermen online gaan, maar dat in virtual reality (VR) en augmented reality (AR) doen. Bij VR worden beelden voor de ogen geprojecteerd waardoor de gebruiker het gevoel heeft in een andere ruimte te zijn. Bij AR worden digitale beelden op de echte wereld geprojecteerd. Geavanceerde VR- en AR-brillen, digitale contactlenzen of zelfs hersenimplantaten moeten de metaverse mogelijk maken.’
Ik moet er niet aan denken. Typisch dingen die verzonnen worden om geld aan te verdienen en door te dringen in de persoonlijke levenssfeer van de mens. Ik hoef geen rare extra brillen of stukjes techniek in mijn hersenen om in een halve robot te veranderen. En waarom moet ik het gevoel hebben in een andere ruimte te zijn? Ik associeer metaverse met de wereld van de science fiction, de verzonnen wetenschap, en dat is niet mijn wereld. Maar wie ben ik?
Mark Zuckerberg van Facebook zegt in het NRC-verhaal dat de ontwikkeling van dit digitale meta-universum een meer natuurlijke manier moet zijn om het internet op te gaan. “De mens is er niet voor gemaakt om via kleine lichtgevende rechthoeken met elkaar te consumeren.” Als ik zie wat Marc met Facebook heeft teweeggebracht, dan is er alle reden om zijn ambities te wantrouwen.
De NRC werpt ook de vraag op of metaverse een luchtkasteel is? De schrijver, Reinier Kist, antwoordt clichématig dat de tijd dat moet uitwijzen. Verder blijken er nog veel technische hobbels te zijn. Sean Monohan van The Guardian voorspelt dat het publiek niet snel warm zal lopen voor metaverse, misschien omdat veel mensen van de realiteit houden en zich juist beginnen af te vragen of ze niet te veel aan de smartphone en andere technische verworvenheden verslaafd zijn geraakt.
Ook ik zou het, denk ik, niet zo erg vinden als ik metaverse niet meer ga meemaken. Ik kijk graag tv, heb al een kunstheup en een bril en ben blij met wat mijn laptop en smartphone allemaal al kunnen. Als ik met een goed boek en een lekkere latte in mijn tuin zit, dan kan ik mij verzoenen met de gedachte dat mijn wereld krimpt in plaats van uitdijt met de helmen, implantaten en nieuwe dimensies van machtsbeluste types als Mark Suikerbuik.
Kan stilstand soms ook vooruitgang zijn?