De tweede Middellandman-talkshow speelt zich af in Espresso Dates aan het Middellandplein. Bij het welkom heten zeg ik zo maar: “Welkom bij de Middellandman. Omdat het ook anders kan.” De helft van de bezoekers ken ik nog niet. Bj het voorstelrondje blijkt dat er ook een helft uit Middelland komt. Alia Azzouzi is onze gastvrouw en ze vertelt iets over het ontstaan en de filosofie van Espresso Dates. Door een verkeerde vraagstelling – ik neem aan dat ook hij Marokkaans is – ontdek ik dat haar partner Pakistaans is. Ik introduceer mijn vriend Jeroen Leenmans die vanavond een Periscope-experiment doet door met zijn telefoon de bijeenkomst live te streamen, zodat iedereen het kan volgen. Het werkt.
Er reageren gelijk een aantal mensen. Reden om het idee verder te gaan perfectioneren, bijvoorbeeld als toevoeging op mijn site.
Omar el Allali heeft intrigerende gedichtjes op de counter van Dates geplakt. Ik heb hem uitgenodigd om wat van zijn werk te laten horen en mee te discussiëren. Daarna lees ik stukjes uit mijn online Middelland-dagboek voor. Fragmenten die slaan op het gespreksonderwerp van vanavond: de vraag of we nu wel of niet te veel langs elkaar heen leven in onze buurt. En zo ja, of we daar wat aan moeten doen of dat het vanzelf goed komt.
Derek Otte is mijn hoofdgast. Hij is sinds vier jaar aan het schrijven. Zijn achterban bestaat uit een kleine tienduizend allochtonen.
“Ik verkondig een mening waarin jongeren zich terug kunnen vinden. Wat betreft de manier waarop we met elkaar samenleven zie ik een aantal problemen. Het belangrijkste is dat verschillende culturen niet met elkaar praten, maar het grote probleem vind ik dat de verschillende generaties (oud en jong) niet met elkaar praten. En het beleid en de media zijn vaak in handen van de wat oudere en wittere mensen. In Amsterdam werd zo’n anderhalf jaar geleden in een onderzoek aan allochtonen en autochtonen gevraagd: hoeveel van je beste vrienden zijn van een andere afkomst dan de jouwe? Toen bleek dat bij allochtonen twee en een halve vriend van de drie van een andere afkomst waren en bij autochtonen was het vaak nul of een half. Dus dan merk je de ene groep kennelijk wel uitwisselt en open staat voor andere invloeden en de andere, roomblanke groep niet. Dat groepen gescheiden optrekken, zoals in theehuizen en vergaderingen vind ik prima, maar het wordt een probleem als het in het dagelijks leven zo wordt. Bijvoorbeeld als ik bij sollicitaties meer kans heb dan Omar. Of als nieuwsredacties uit één groep mensen bestaan, omdat je dan een vertekend beeld krijgt. We zouden allemaal Nederlanders moeten zijn. Mijn moeder zegt: je bent nooit meer dan een ander, maar zeker ook niet minder. Als je open staat voor andere mensen, en je vindt mensen die ook zo in het leven staan, dan is 1 plus 1 twee.”
Uit een kleine peiling blijkt dat de meningen onder de aanwezigen over de vraag van deze avond verdeeld zijn. Volgens mij leven we te veel langs elkaar heen en moeten we daar actief iets tegen ondernemen. En dat probeer ik ook.
Mooier Middelland
De drukbezochte buurtbijeenkomst in het kader van Mooi, Mooier, Middelland (op 23 september 2015) verloopt in een prima sfeer. In vijf werkgroepen (communicatie, overlast, Middellandstraat, sociaal en kansrijke wijken) wordt aan plannen gewerkt die op 1 november 2015 gereed moeten zijn. Deze avond worden de contouren zichtbaar en krijgt iedereen de gelegenheid nog nieuwe ideeën aan te dragen. Een van de gespreksleiders roept: “Het mag niet te concreet worden.” Waarom niet, vraag ik me in stilte af. Ik schrijf suggesties op gele papiertjes. Bijvoorbeeld om van een deel van de winkelstraat een ‘Zorgvrijstraat’ te maken (zie dag 12). Volgens mij loopt het aantal succesvolle winkels in winkelstraten terug en is het goed na te denken over andere invullingen. Bij een ‘zorgstraat’ denk aan een rijtje laagdrempelige zorgvoorzieningen. Een plek voor een opvoedspreekuur, een dierendokter, een afslankrestaurant, een klusbedrijf voor medische hulpmiddelen, een hasj-apotheek. Ik brainstorm maar wat. Op een ander papiertje pleit ik voor een speelplaats voor honden. Zoiets als Bello aan de Gordelweg. Ik benoem de problemen die achter voordeuren kunnen ontstaan als er van overlast sprake is. Iedereen krijgt een leuk krantje, De Middelland Post. Achterop staan de namen van alle deelnemers aan de werkgroepen. Plus een gedicht over de wijk door Derek Otte. Ik maak van de gelegenheid gebruik om te netwerken. In ruil voor mijn visitekaartje vraag ik de email-adressen van de Salih Karaarslan, van Dragana, Yeliz Kaya en enkele anderen. Met hen ga ik afspreken. Ik snap niet waarom voor alle sessies zo weinig tijd wordt uitgetrokken. Je ziet dat het veel deelnemers irriteert. Ik geef een zeven voor deze avond. Bij de uitgang wijst een vrolijke man mij er op dat ik mijn smartphone dom, namelijk in het borstzakje van mijn jasje, heb opgeborgen. In de tram ben je die zo kwijt. Hij doet de truc voor en ik bedank hem.