Op 75 meter van mijn huis is vannacht een boom omgewaaid. Dat raakt me, omdat ik al mijn hele leven gek ben op grote, oude bomen. Vanuit mijn kantoor kijk ik uit op de platanen voor de deur, en in de achtertuin zitten we in de schaduw van een magnolia en een Japanse kers, die in het voorjaar mooi roze kleuren. Het liefst zou ik ooit onder een oude boom begraven willen liggen. Ik bel onmiddellijk vriendin en horticulti-specialist Gina Kranendonk, die in de Claes de Vrieselaan woont. Ze staat al te fotograferen als we elkaar ontmoeten bij het gesneuvelde gevaarte dat over de singel is gevallen. Op haar smartphone zit een app van Bomenspotter Rotterdam, met alle bomen op een plattegrond. Na enig zoeken stellen we vast dat het om een grauwe abeel gaat met van die ogen op de stam. Gina geeft gelijk commentaar: ”Hij is topzwaar, heeft een waanzinnige kroon, mede doordat hij zich al op een meter of drie vertakt in twee enorme stammen, die zich weer verder vertakken. Hij had in model gesnoeid moeten worden. Bovendien is de grond hier drassig en heeft het de laatste tijd heel veel geregend. Ik schat dat deze boom een jaar of vijftig, zestig is. Die treurwilg hiernaast is ook heel zwaar en op leeftijd. Die zal het vermoedelijk ook niet lang meer uithouden.”
Op de elektriciteitshuisjes rond de Heemraadssingel staan prachtige afbeeldingen en teksten over de rijke flora en fauna van de singel. Helaas wordt de grauwe abeel op het huisje tegenover de bushalte van lijn 44 niet beschreven. Ik vraag Gina wat er met het houten lijk moet gebeuren. “Normaal gaat die door de shredder, de houtversnipperaar, maar ik vind dat je van het hout ook bankjes zou kunnen maken of dat je de boom in plakken snijdt en aan de bewoners geeft of verkoopt. Ik wil wel een plak hebben. Dan krijg je die mooie jaarringen te zien. En dan moet er natuurlijk op dezelfde plek weer een nieuwe abeel herplant worden. Niet zo’n zuinige van drie jaar, maar van eentje jaar of tien zodat je gelijk al weer een beetje een boom hebt. De Heemraaadssingel is wat mij betreft nationaal erfgoed.” (Een nieuwe boom wordt pas volgend jaar geplant, verneem ik later van gemeentezijde)
Ik vraag me af hoeveel zo’n boom waard zou zijn, nog los van de gevoelswaarde. “Ik zou voor deze boom drie duizend euro geven”, zegt Gina. Dood of levend?
De houten bruggetjes
We hebben het nog even over de zeer karakteristieke houten singelbruggetjes die hier nu vernieuwd worden. Gina: ”Ik heb van de week met de timmerlui gesproken. Dat zijn echte vaklui. Ze gebruiken hardhout en dat gaat zeker vijftig jaar mee.”
Aan het eind van ons gesprek stelt Gina voor om het ongeval te melden op 14010. Ik zeg dat ik dat al gedaan heb, maar de bureaucratische molens malen in het weekeinde langzaam. Eerst zocht ik contact met de Bomenridders. Die reageerden snel, maar ze verwezen met goede argumenten naar de gemeente. In het AD lees ik dat De Bomenridders op zoek zijn naar vrijwilligers in Rotterdam. Ze geven een gratis cursus. Aanmelden kan per e-mail: w.bauman@milieucentrum.rotterdam.nl
Een ambtenaar mailt me: ‘Mijn collega’s hebben de boom opgeruimd.’ Ik mail terug dat de boom er nog steeds ligt. (6 september 15.30 uur)