Om 20.22 uur, het is een stille maandagavond, spring ik op mijn fiets voor zomaar een rondje Middelland. Ik wil nog een keer, net als op dag 1, de buitengrens van de buurt verkennen. Ik lijk de Europese Unie wel. Al op zo’n vijftig meter van mijn huis ontmoet ik twee meisjes die op een bankje langs de singel zitten. Waarom zitten zij daar? In het donker, in de kou. Ze zien er uit als migrantenmeisjes en die moeten maar al te vaak ’s avonds thuis blijven. Ik stel me voor als Middellandman en ze reageren open en belangstelllend. Ik krijg een cursus vooroordelen. De meisjes zeggen gelijk dat ze volwassen vrouwen zijn en dat het een domme gedachte van mij is om te denken dat allo-vrouwen na zonsondergang niet naar buiten mogen. “We komen allebei van ons werk en hebben hier even afgesproken.”
Ik dacht dat jullie op twee jongens zaten te wachten. Niet op zo’n oud mannetje als ik.
“Nee, nooit. Jongens hoeven niet te komen. Sorry hoor. We zijn onafhankelijk. Ik zeg net tegen haar: wij vrouwen worden te emotioneel en jongens gaan er mee weg en wij blijven over met tranen. Negen van de tien keer is dat zo. Sisters before misters, schrijf dat maar op in uw boekje.
Mag ik jullie roots raden?
Dat mag, maar ik vind het niet makkelijk. Ik gok bewust heel breed op Zuid-Oost Azië. De dames zijn verbijsterd.
“Wat knap. Het is best wel waar. Ik ben Hindoestaans en zij is Pakistaans. We zijn elkaars beste vriendinnen en kennen elkaar al twaalf, dertien jaar. Van de middelbare school. Het City College op de Beukelsdijk. Dit is onze buurt. Wij zijn eigenlijk ook Middelland-meisjes.” (Gelach).
Ze willen weten wie ik ben. Ik geef ze mijn visitekaartje. Ze vragen of het via de overheid is. “Als jullie mij mailen, voel je vrij, dan nodig ik jullie uit voor leuke activiteiten in Middelland.” Ze willen weten wat mijn beroep is. Topjournalist, zeg ik met een grijns die in het donker moeilijk te ontwaren is. Controleer mijn naam maar op Google. Ik vertel wat over mijn leven en mijn bezigheden. Dat ik ooit correspondent in Amerika was. “Dat is ons droomland”, zeggen ze. We stellen ons aan elkaar voor. Suraya vertelt dat ze rechten studeert en in de Bijenkorf werkt bij Ralph Lauren. Nida werkt bij een bank.
Moet je de boel belazeren? (Gelach)
“Nee, anders zat ik hier niet. Dan zat ik in Dubai of zo.”
Zijn jullie wel eens samen op vakantie geweest?
“Nee, dat willen we wel. Naar New York.”
Ik vertel ze over de tijd dat ik in Brooklyn woonde, het project Mooi, mooier Middelland en het onderwerp van mijn volgende talkshow, de positie van de ZZP-er.
“Wow. Dat komt heel goed uit. Het was een leuk gesprek.”
Ja, goed dat jullie niet bang zijn.
Nida: “Nee. We hebben elkaar toch. We zijn wel een beetje skeptisch soms. Omdat ik hier opgegroeid ben, voel je je gewoon veilig. Hoe onveilig de buurt eigenlijk ook is. Dat is heel raar, maar dat is gewoon zo.” Suraya: Ik ben niet iemand die in de angst blijft leven. Je kan niet één gebeurtenis jouw leven laten bepalen. Je moet toch verder gaan.”
Ik moet ook verder, zeg ik.
Op de hoek van de singel en de Graaf Florisstraat brandt licht. Ik kijk door een gaatje naar binnen en zie iemand achter een computer zitten. In dit pand overwogen we wat voor vluchtelingen te gaan doen. Ik tik op het raam maar de computerpersoon reageert niet. Bij de RSV-flat is het winkeltje open. De aardige winkelier zegt dat hij uit Irak komt. Hij woont in Krimpen. “Dat is lekker rustig.” Wie is er volgens u vooral verantwoordelijk voor alle ellende met IS en de vluchtelingenstromen?, vraag ik. Amerika of Rusland? “Ik houd me niet meer met politiek bezig. Toen Saddam Hoessein nog leefde, gebeurden dit soort dingen niet.” Onder de glazen plaat op de toonbank ligt een bankbiljet met het gezicht van Saddam. Het winkeltje is iedere avond tot tien uur open, behalve op zondag.
Bij de Spoortuin staat het hek open. Ik fiets het terrein op om te kijken of er iets gebeurt in het gebouwtje dat wat verderop ligt. Dan bots ik op een man met een hond. Hij stelt zich voor als Cahit In. Zoon van een Turkse vader en geboren op het Noordereiland. We raken gelijk in een geanimeerd gesprek. Hij meldt dat hij niemand heeft gesignaleerd. Als ik over mijn bezoek aan het winkeltje vertel, zegt hij dat die man helaas tot twee keer toe is overvallen. “Dat gun je niemand.” Dan begint hij uit zichzelf over het feit dat hij vaak met een groep mannen van de singel en de Mathenesserlaan maandagavond op het kunstgras met kunstlicht van de voetbalvereniging Blijdorp (aan de achterkant van de diergaarde) gaat voetballen om daarna nog wat te gaan drinken bij voorheen café Vermeulen. Als je fit genoeg bent en een balletje kan trappen, dan ben je van harte welkom. Cahit is aannemer. Hij woont aan het G.W. Burgerplein waar Pim Fortuyn zijn laatste jaren resideerde.“Ja, ik heb zijn huis na zijn dood verbouwd en nu ben in het park aan de Maas in het oude koetshuis bezig. Daar kan je koffie drinken en lekkere broodjes eten bij de dames van Parkiet.” Dat lijkt wel een nieuwe trend. Snacken en drinken in het park. In het Vroesenpark is sinds kort ook zoiets. De man met de hond zegt mijn blog te gaan lezen. “Als ik straks het terrein af ga, dan zal ik het hek weer afsluiten.”
Bij De Koolmees op de hoek van de Middellandstraat en de ’s-Gravendijkwal ben ik getuige van een klein incident. Een zwerverachtige man wordt op de bon geslingerd wegens drankgebruik op straat. De agente zegt dat ze van het stiekem-team zijn. Ze patrouilleren in een gewone kleine VW zonder politie-tekens.
In het nieuwe woonkamertheater Mooi Weer & Zo, aan de ’s-Gravendijkwal 77b, wordt druk gerepeteerd. Initiatiefnemer, artistiek leider en regisseur Eva Lemaire: “Ik werk hier met afgestudeerde acteurs van verschillende toneelscholen en in ons festival dat we nu aan het doen zijn, drie maanden Mooi Weer, maken we elke week een nieuwe eenakter-voorstelling van drie kwartier. We zijn op donderdag, vrijdag en zaterdag open. Je krijgt dan voor vijftien euro eerst een maaltijd, dan een voorstelling, dan is er een toetje en daarna nog een theatraal toetje: van een zangeres die hier Portugees komt zingen tot een lezing van een wetenschapper. Daar buiten maken we grote avondvullende voorstellingen, maar altijd met eten en in een huiskamer-setting. We zijn nu met een amateurgezelschap aan het repeteren. Ik vind dat theater voor iedereen moet zijn, dus niet alleen voor intellectuelen die het kunnen betalen. Je krijgt hier stukken van de grote toneelschrijvers te zien: Moliere, Albee, Tjechov. Echt toneel. Op die manier proberen we ook Annie van de overkant in ons theater te krijgen en dat lukt ook. We hebben hier altijd zestig tot zeventig mensen zitten. Helemaal vol dus. Ik geloof heel erg dat theater, in combinatie met eten, een middel is om met andere mensen in contact te komen. Want je zit met elkaar aan tafel. Ik geloof dat theater van levensbelang is. En de buren die hier komen zeggen dat ze heel blij zijn dat er hier nu iets gebeurt dat geen massage-salon of een belwinkel is.” Mooi initiatief. Ik ga beslist een keer naar het toneel daar.
Aan het eind van mijn tocht steek ik de grens van Middelland over om nog een kijkje te nemen bij wat tot voor kort café Vermeulen was. De nieuwe naam is Rijke & De Wit, nu al rijk en wit genoemd. Het biljart is verdwenen en daardoor voelt het café veel ruimer. De barman vertelt dat hij toestemming heeft gekregen om binnenkort een mooi ouderwets terras neer te zetten. En ja hoor, wie tref ik daar, de voetballers van Singel Voetbal. Die zijn al gauw beter dan het huidige Feijenoord dat zondag voor de achtste achtereenvolgende keer niet gaat winnen.