Een mooie nazomermiddag op het terras van lunchroom Iety. Stipt op tijd verschijnt Tom Harreman voor onze ontmoeting. We moeten lachen om onze kleding die veel overeenkomsten vertoont. Spijkerbroek en een effen blauw sportief colbertje. Dat heb je als van ongeveer dezelfde generatie en Rotterdammer bent, en een PvdA-verleden deelt. We beginnen met het uitwisselen van goede en slechte ervaringen met partijgenoten. Ik vertel waarom ik eind jaren negentig de PvdA de rug toekeerde. Maar dan focus ik op mijn gesprekspartner, die eigenlijk al zijn hele leven in Rotterdam-West woont (op zijn studententijd in Crooswijk na). In 1994 werd hij lijsttrekker voor de PvdA in Delfshaven, hij was drie termijnen voorzitter van de deelgemeente, zat van 2006 tot 2014 in de gemeenteraad en is nu bezoldigd voorzitter van de gebiedscommissie Delfshaven. Harreman voelt zich nog steeds wel een beetje burgemeester van dit deel van Rotterdam (in omvang vergelijkbaar met een stad als Gouda), vooral in de zin van belangenbehartiger. In zijn persoonlijk contact met de burgers merkt hij nauwelijks verschil tussen de deelgemeente toen en de gebiedscommissie nu. Ik zie hem altijd door Rotterdam-West lopen. Hij zegt dat hij lopend altijd meer mensen ontmoet en dus meer gesprekken heeft.
Heb je er een verklaring voor waarom de PvdA zo populair is of misschien was in Delfshaven?
“Ja, we zijn het laatste rode bolwerk in deze stad. Joop den Uyl was indertijd heel populair bij de grote instroom van mensen uit de mediterrane landen naar Rotterdam West. Van vader op zoon stemde men PvdA. Maar dat is nu voorbij. Je ziet nu dat de jongere generaties zich niet meer door hun ouders laten aansturen. Een deel daarvan voelt zich in deze tijd aangetrokken door nieuwe partijen als NIDA en DENK. Dat jongeren hun eigen keuzes maken vind ik alleen maar prima. Opvallend is overigens wel dat er hier heel weinig op Leefbaar gestemd is.”
Waarom vind je het jammer dat de deelgemeenten zijn opgedoekt?
“De meerwaarde van het deelgemeentebestel was dat de deelgemeente als politiek orgaan een duidelijke positie had. Daar kwam bij dat je bevoegdheden had, je was ergens van, dus kwamen de mensen vanzelf naar je toe als ze iets nodig hadden. Als gebiedscommissie heb je bestuurlijk minder te bieden. We gaan nu naar de mensen toe en kijken of we wat voor ze kunnen betekenen. Als deelgemeente kon je een klap op de tafel geven en zeggen: we gaan nu linksaf. Nu kan je wel zo’n klap geven, maar daarna gaat het een traject in en weet je niet meer welke kant het op gaat.”
Betekent dat dat de ambtenaren nu meer invloed hebben dan toen?
“Ja, dat is zeker zo. Dat merk je bij het Mooi, Mooier, Middelland-initiatief. Als je geen corrigerende factor voor het ambtenarenapparaat hebt, dan kunnen de ambtenaren binnen de kaders die meegegeven zijn als een stoomwals over je heen lopen. De gemeentelijke diensten en hun directeuren hebben in Rotterdam altijd een belangrijke rol gespeeld. Door de ontmanteling van de deelraden is die positie nog verder versterkt. Maar een schrale troost is dat er de laatste jaren fors bezuinigd moest worden op het ambtelijk apparaat.”
Mij is altijd verteld dat de afschaffing van de deelgemeenten een gevolg is van het bezuinigingsbeleid van de rijksoverheid.
“Het is mijn stellige overtuiging dat het eerder ging om een politieke afweging in Rotterdam. De deelraden werden heel erg gezien als een rode tegenkracht vanuit de wijken. In 2002 (na de dood van Fortuyn – MM), zat Leefbaar in het college en de deelgemeentebesturen hadden toen een hoog PvdA-gehalte. Dat was eigenlijk de politieke vijand. En er was toen een beweging vanuit Leefbaar om de deelgemeenten zo snel mogelijk af te schaffen. En wat betreft dat bezuinigingsargument: het stoppen met de deelgemeenten heeft geen geld opgeleverd. Wat werd uitgespaard door het systeem te ontmantelen is als het ware weer teruggestort om de gebiedscommissies op te tuigen. Het zou ook een slechte overweging zijn om een bestuursorgaan om financiële redenen op te heffen. Verder zullen de opvattingen van burgemeester Opstelten en een aantal affaires in deelgemeenten tot het verdwijnen ervan hebben bijgedragen. Na de opheffing van de deelraden is het heel lang onduidelijk geweest waar de bevoegdheden lagen, welk mandaat de ambtenaren hadden en over welke budgetten kon worden beschikt. Dat was een chaotische periode. Het is echt schandalig hoe er met de deelgemeenten is omgegaan. Partijen kunnen er baat bij hebben om bepaalde situaties zo schimmig mogelijk te laten om makkelijker met geld te kunnen schuiven. En de hele gebiedscommissie is gewoon een politiek compromis geweest. Daar is gewoon niet goed over doorgedacht. Onze mening daarover is nooit gevraagd.”
Hoe zou je dan met decentralisatie om moeten gaan?
“Goeie vraag, In Den Haag werken ze met een ambtelijke deconcentratie. Daar heeft elke wethouder, geloof ik, een deel van de stad onder zijn hoede. Het is maar waar je voor kiest. Vind je gekozen vertegenwoordigers op het niveau van een gebied een toegevoegde waarde hebben? En zo ja, waarom dan? Of zeg je: als er geen fundamentele keuzes gemaakt hoeven te worden, dan kan een ambtelijke opbouw volstaan. Je zou kunnen redeneren dat zo’n decentraal beleid ten tijde van de deelgemeenten niet meer nodig is omdat je met de nieuwe technieken in staat bent om anders te communiceren en vanuit een centraal punt informatie op te halen en goede besluiten te nemen. In mijn hoedanigheid als voorzitter van de gebiedscommisie vind ik dat we vooral ruimte aan de burgers moeten bieden en hun wensen waar mogelijk moeten faciliteren. Ik ben tegen een systeem van ‘eigen volk eerst’, maar vind wel dat we het talent, de energie en de deskundigheid van de wijkbewoners moeten aanboren. Dan snijdt het mes aan twee kanten. Politieke stokpaardjes berijden is niet meer van deze tijd.”
Hoe kijk jij aan tegen de rol van politieke partijen op buurtniveau? In Middelland merk ik daar niks van.
“Ik vind het wel jammer als een partij op buurtniveau uitdroogt en daarmee de informatie naar de collega’s op het stedelijke niveau opdroogt. Alleen Judith Bokhove van Groen Links, die in Middelland woont, vormt een uitzondering.”
Er wonen geen vertegenwoordigers van de gebiedscommissie in Middelland.
“Dat is toeval.”
Wat vind je van het experiment Mooi, Mooier Middelland (MMM)?
“Ik ben verbaasd om te zien waartoe men in zo’n korte tijd in staat is. Dat kwam vorige week tot uiting in de presentatie van de begroting voor het komende jaar met de bijbehorende plannen. Het geld is wel interessant, maar het proces is veel belangrijker. Boeiend. Daar kunnen we echt wel mee verder. Maar het is niet een modelletje dat je even over andere wijken uitrolt. Het heeft met het DNA van Middelland te maken. Al jaren geleden werd tegen Middelland aangekeken als een wijk die op eigen kracht in staat is om een stuk verder te komen. Daar zit menselijk kapitaal dat gaat renderen. Elke euro die je aan deze kant van de rivier investeert, levert meer op dan op Zuid.”
Moet er qua bestuur en besluitvorming meer structuur in het MMM-proces komen? Nu is dat allemaal heel onduidelijk.
“Wat goed is, is dat het project bureaucratisch en ambtelijk goed geborgd is. Dat is mijn grootste zorg. Het is leuk dat we een project hebben in Middelland, maar 2018 is overmorgen. Dan zal of moet het geld dat voor Mooi, Mooier, Middelland beschikbaar is gesteld, zijn uitgegeven. Maar daarna moet het door kunnen gaan. Daarom is het belangrijk dat de clusters, zoals stadsontwikkeling, aan tafel zitten, zodat het ook hun project wordt. Als dadelijk de externe projectleiders weg zijn, dan moet de gemeente er mee verder gaan. Dat is een dingetje dat we de komende tijd nog wel even moeten doen. De randvoorwaarden moeten garanderen dat het proces door kan gaan. Je kunt je afvragen wie de eigenaar is van Mooi, Mooier, Middelland En wat doe je als de burgemeester ineens vertrekt, de verantwoordelijke wethouder niet wordt herkozen of een leindinggevende ambtenaar (Lot Mertens – MM) ineens wordt weggepromoveerd?”
Ja, ik vind Mooi, Mooier, Middelland nog niet goed in elkaar zitten. Ook de rol die de gemeenteraad nu speelt, werkt volgens mij onvoldoende. Misschien moet er meer autonomie voor de bewoners komen. Via een buurtraad of zoiets.
“Je mist een verantwoordingsregeling? De politeke borging moet nog wel beter geregeld worden en de continuïteit gewaarborgd worden. Dat is nu nog niet het geval. Het is ook een zoektocht.”
We praten nog wat na over de gevolgen van het opheffen van de deelgemeenten voor buurtprojecten zoals Mooi, Mooier, Middelland. Over de afwezigheid van politieke partijen, de rol van de wijkambtenaren en de relatie met de gemeenteraad. Misschien moet het projectorganisatiemodel (waarin bewoners en ambtenaren meer gestructureerd kunnen samenwerken) voorlopig weer even van stal worden gehaald, opper ik. Harreman lijkt dat een intersaante gedachte te vinden.
Thuis denk ik nog wat verder na over de vraag hoe je de decentrale democratie in dit stadium in Middelland optimaal zou kunnen organiseren. Als actieve bewoner vind ik dat je bij de cocreatie moet streven naar een zo gelijkwaardig mogelijke samenwerking tussen de wijkbewoners en de veretegenwoordigers van de gemeente. Via een projectorganisatiemodel kun je de spelregels daarvoor vastleggen. De wethouder die over de wijken gaat zou een project als Mooi, Mooier Middelland in zijn portefeuille moeten hebben. Met een dergelijke opzet maak je dit initiatief minder kwestbaar, toekomstbestendiger en minder een exponent van de ‘oude politiek’. Het lijkt me leuk om over deze aanzet met de wetenschappers vanDRIFT (die momenteel het decentrale speelveld onderzoeken) van gedachten te wisselen. Werk aan de winkel.