Hoe dichter de verkiezingsdag van 21 maart nadert, hoe concreter mijn verhalen worden. Vandaag zal ik u vertellen hoe ik met Wij Delfshaven in contact kwam. Dat is precies vier jaar geleden. Puur toevallig raak ik op een mooie lentedag op het terras van Espresso Dates in gesprek met Jelle van der Molen. Vol enthousiasme maakte hij mij deelgenoot van het initiatief dat hij samen met zijn vriend Robert de Vrieze aan het ontwikkelen was. Het klonk als een slim burgerinitiatief in periode tussen het verdwijnen van de deelgemeenten en de voor de deur staande gebiedsverkiezingen van 2014. Op mijn beurt vertelde ik over mijn haat-liefde-relatie tot Rotterdam. “Ik kan intens van Rotterdam houden, en stadgenoten bij het kampioenschap van Feyenoord huilend in de armen vallen, maar soms kan ik ook vreselijk kwaad op mijn stad zijn. Bijvoorbeeld als ze weer te megalomaan bezig zijn, zich als een concern gedragen of het succes van andere steden proberen te imiteren. Of –niet te vergeten – als ze de burger onvoldoende serieus nemen.”
Aan het eind van ons plezierige gesprek stelt Jelle mij aan zijn kameraad Robbert de Vrieze voor en ze vragen of ik bij een verkiezingsbijeenkomst van Wij een peptalk wil komen houden. Ik stem in. Een paar dagen later is het zover. Ik ga op een tafel staan en spreek met ferme stem tientallen enthousiaste buurtbewoners toe: “Les 1. Als de komende woensdag minder dan vijftig procent van de stemgerechtigden naar de stembus gaat, dan zegt dat meer over het falen van de politiek dan het gedrag van de kiezers. Dus luidt mijn advies aan de politici oude stijl. Nodig de burgers uit en vraag: Wat doen wij fout en wat moeten wij doen om uw vertrouwen te herwinnen.
Les 2. Als ik zie hoe B & W van Rotterdam met het decentraliseren van de democratie omgaan, dan is mij duidelijk hoe u, bewoners van Delfshaven, met een grote kluit het riet in wordt gestuurd.
Les 3. De overheid moet dienstbaar zijn aan de belastingbetalende kiezer en niet omgekeerd. In het Delfhaven Manifest dat we na de verkiezingen kunnen schrijven, zouden drie punten centraal moeten staan:
- een programma waaruit blijkt wat voor toekomstplannen wij voor Delfshaven hebben, welke problemen wij willen aanpakken en waar daarbij onze prioriteiten liggen;
- een begroting voor Delfshaven;
- een democratisch model voor Delfshaven, van onderaf, niet van bovenaf.”
De oproep valt goed. Ik was al totaal vergeten dat ik deze revolutionaire taal had uitgeslagen. Maar ik vond de tekst terug in het boek ‘Handel Dapper’ uit februari 2015 (uitgeverij Oostenwind). In dat boek dat vooral over een protestactie in Deventer gaat staat ook het door mij geschreven hoofdstuk ‘Van buurtactivisme naar zelforganisatie’ over mijn avonturen in Rotterdam West. Daar kunt u ook de hele tekst van mijn peptalk teruglezen.
Het aardige is dat een aantal maanden later in Middelland het co-creatieproject Mooi Mooier Middelland van gemeente en bewoners onder de hoede van burgemeester Aboutaleb van start ging. Toeval of niet? Misschien was de tijd er domweg rijp voor.